Geschiedenis Calp

Oude straatjes in het historische centrum van CalpWie door de smalle straatjes van het oude centrum van Calp dwaalt, voelt het meteen: hier ligt geschiedenis in de stenen. Onder het oppervlak van deze levendige kustplaats gaat een verleden schuil dat duizenden jaren terugreikt. Calp mag dan vandaag de dag vooral bekend staan om zijn stranden, vakantieappartementen en internationale flair, maar wie echt wil begrijpen waar deze plek vandaan komt, moet dieper graven. Letterlijk en figuurlijk.

Het verhaal van Calp begint in de prehistorie. Al in de oudheid trokken mensen naar deze strategische locatie, met uitzicht over zee en beschermd door de rotsmassieven van de Sierra de Oltà en de Peñón de Ifach. In de grotten rondom Calp zijn sporen gevonden van bewoning uit het neolithicum, zoals werktuigen van vuursteen en resten van primitieve nederzettingen. De ligging was ideaal: een gematigd klimaat, een vruchtbare kustvlakte en overvloedige visvangst. Alles wat een vroege beschaving nodig had.

De eerste grotere beschaving die sporen achterliet in Calp, waren de Iberiërs, het volk dat aan de oostkust van het huidige Spanje leefde voordat de Romeinen arriveerden. Ze vestigden zich op strategische heuvels en lieten ceramiek, wapens en grafgiften na. Maar het waren vooral de Romeinen die Calp op de kaart zetten.

In de Romeinse tijd, zo tussen de tweede eeuw voor Christus en de vijfde eeuw na Christus, ontwikkelde Calp zich tot een nederzetting van economisch belang. Het bewijs daarvan ligt nog altijd zichtbaar aan de rand van de zee: de Baños de la Reina, letterlijk de "baden van de koningin", zijn resten van een Romeins complex waar vis werd verwerkt en zoutRuïnes van de Baños de la Reina in Calp gewonnen. Deze ruïnes vertellen het verhaal van een bloeiende visindustrie, gebaseerd op het inmaken van vis in zout (garum), een delicatesse die tot in Rome werd verhandeld. De naam van de baden is een middeleeuwse romantisering: het zou een koningin zijn geweest die zich hier in de rotsbaden waste, maar in werkelijkheid ging het om bassins voor visverwerking, slim uitgehouwen in de kustrotsen en verbonden met de zee.

Na de val van het Romeinse Rijk kwamen de Visigoten, maar hun aanwezigheid was kortstondig en weinig zichtbaar. Vervolgens brak een nieuw hoofdstuk aan: de Moorse overheersing. Tussen de 8e en de 13e eeuw maakte Calp deel uit van Al-Andalus, het islamitische rijk dat grote delen van het Iberisch Schiereiland omvatte. De Arabieren brachten irrigatietechnieken, landbouwkennis en architectuur naar het gebied. De sporen van deze tijd zijn subtieler maar niet minder belangrijk. De structuur van de oude binnenstad, met zijn nauwe, kronkelende steegjes en binnenplaatsen, is Moorse erfenis. En ook de naam Calp zou mogelijk Arabische wortels hebben, al zijn historici het daar nog niet over eens.

De christelijke herovering (Reconquista) bereikte Calp in 1240, toen de troepen van koning Jaume I van Aragón het gebied op de Moren veroverden. In de eeuwen die volgden veranderde Calp van een islamitisch dorp in een christelijke nederzetting. De moskee werd kerk, Arabische huizen werden aangepast aan christelijke gebruiken, en het dorp werd versterkt tegen aanvallen van buitenaf. En dat was geen overbodige luxe, want de kust van de Marina Alta werd regelmatig geteisterd door zeerovers, vooral uit Noord-Afrika.

Om zich te beschermen tegen deze aanvallen bouwde men in de 15e en 16e eeuw stadsmuren en wachttorens, waarvan delen nog altijd te zien zijn in het oude centrum. De meest Torreón de la Peça in Calp iconische hiervan is de Torreón de la Peça, een cilindervormige verdedigingstoren die vandaag nog steeds overeind staat en dienstdoet als cultureel erfgoed. Tijdens de piratenaanvallen trokken de inwoners zich terug achter de muren, en soms zelfs naar het binnenland. Er zijn verhalen bekend van hele dorpen die tijdelijk verlaten werden uit angst voor slavernij of plundering.

De 18e en 19e eeuw brachten meer rust, maar ook armoede. Calp bleef een vissersdorp met enkele honderden inwoners, afhankelijk van visserij, landbouw en zoutwinning. De vis werd niet alleen lokaal verhandeld maar ook naar grotere steden vervoerd, en zout uit de plaatselijke salinas werd gebruikt voor conservering. De economie bleef echter beperkt en overleven was voor velen een uitdaging.

Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zou het lot van Calp zich ingrijpend wijzigen. Met de opkomst van het massatoerisme in de jaren zestig en zeventig veranderde het vissersdorp in een toeristische trekpleister. Appartementen rezen op langs de kust, hotels vulden de baaien en de vissershaven kreeg concurrentie van recreatieboten. Tegelijkertijd bleef de traditionele visserij bestaan, zij het in afgeslankte vorm, met de dagelijkse visafslag als herinnering aan het verleden.

Toch heeft Calp zijn historische ziel niet verloren. Het oude centrum is zorgvuldig bewaard gebleven, met zijn witgekalkte huizen, kleurrijke bloemenbalkons en het plein voor de 15e-eeuwse parochiekerk Iglesia Vieja. Deze kerk is overigens bijzonder omdat het een van de weinige gotisch-mudejar gebouwen aan de Costa Blanca is, gebouwd met elementen uit zowel de christelijke als de islamitische bouwtraditie. Een subtiel, maar betekenisvol symbool van het samengaan van culturen.Iglesia Vieja in Calp

Vandaag de dag is Calp een stad die haar verleden niet verloochent. Archeologische musea, historische wandelroutes en jaarlijkse feesten zoals de Moros y Cristianos houden de geschiedenis levend. Elk jaar wordt de overwinning van de christenen op de Moren nagespeeld in kleurrijke optochten, vuurwerk en gevechtsvoorstellingen. Het is geen simpele nostalgie, maar een ritueel dat de gemeenschapszin versterkt en het verleden eert.

En zo blijft Calp een plek waar het heden met het verleden verweven is. Waar elke steen een verhaal vertelt, en waar onder het moderne toerisme een oude ziel schuilt. Een ziel gevormd door Romeinen, Arabieren, vissers en boeren. Een ziel die, als je goed luistert, nog altijd te horen is in de wind die tegen de Peñón de Ifach slaat en in de voetstappen op de kasseien van het oude dorpsplein.