Verleden hoorbaar in zandkleurige straatjes
Wanneer je op een doordeweekse ochtend door het historische centrum van Benitachell loopt, hoor je hoe de stemmen van oudere inwoners weerkaatsen tegen de zandkleurige gevels. Op het centrale plein klinken verhalen die al generaties lang worden doorgegeven. En wie goed luistert, hoort daar de echo in van een verleden dat even rijk als complex is. Benitachell, tegenwoordig vaak bewonderd om zijn rust, uitzichten en internationale flair, heeft een geschiedenis die gevormd werd door strijd, herbevolking en standvastigheid.
Islamitische oorsprong en Moorse invloeden
Zoals zovele dorpen in de provincie Alicante, heeft ook Benitachell zijn oudste zichtbare geschiedenis te danken aan de islamitische periode. In de 8e eeuw, toen de Moren het grootste deel van het Iberisch Schiereiland beheersten, ontstond op deze heuvelachtige plek een kleine nederzetting. De ligging was strategisch: beschut tegen piraterij vanuit zee, maar met uitzicht op de vruchtbare valleien en de verre kust. Het dorp werd in die tijd “Banu Tashil” genoemd, verwijzend naar een Berberfamilie die hier grond bezat.
De Arabische cultuur liet blijvende sporen na: in de indeling van het landschap, de waterbeheersingssystemen met acequias (irrigatiekanalen), en in de architectuur van sommige oude gebouwen die later herbouwd zijn op Moorse fundamenten. Toch zijn er, zoals in veel kleinere dorpen, weinig tastbare overblijfselen uit deze tijd behouden gebleven. De herinnering leeft vooral voort in toponiemen en lokale gebruiken die ongemerkt door de eeuwen zijn gesijpeld.
Verdrijving van de Moriscos en heropbouw 
In 1609 voltrok zich een keerpunt dat het gebied blijvend zou tekenen: de verdrijving van de Moriscos, de bekeerde moslims die onder druk christen waren geworden, maar verdacht werden van heimelijke trouw aan de islam. Deze gebeurtenis zorgde voor een massale leegloop van dorpen in de regio, waaronder het oorspronkelijke Benitachell. Hele gehuchten werden verlaten, akkers lagen braak, en het sociale weefsel viel uiteen.
De Spaanse Kroon greep in en gaf in de decennia erna toestemming aan nieuwe bewoners – veelal afkomstig uit Catalonië en Aragon – om zich in het gebied te vestigen. Het huidige Benitachell werd zo in de 17e eeuw letterlijk heropgericht. Vandaar ook de officiële naam: El Poble Nou de Benitatxell, oftewel “het nieuwe dorp van Benitachell”. Deze benaming is uniek in de regio en vertelt het verhaal van een gemeenschap die na een periode van leegte zichzelf opnieuw moest uitvinden.
Landbouw en lokale ambachten
Vanaf de 17e tot ver in de 20e eeuw was het leven in Benitachell grotendeels agrarisch. De terrasvormige velden rondom het dorp werden benut voor de teelt van druiven – vooral de aromatische moscatel –, amandelen, vijgen en johannesbroodbomen. De wijnproductie, vooral in de vorm van zoete mistela, werd al vroeg een economisch handelsproduct. In de herfstmaanden rook het hele dorp naar geperste druiven, en de wijnkelders onder oude herenhuizen herinneren daar vandaag de dag nog aan.
Naast de wijnbouw speelde ook de ambachtelijke productie van keramiek en geweven matten een rol in het dorpsleven. Benitachell lag, ondanks zijn kleine omvang, gunstig tussen de grotere handelsroutes van Jávea en Teulada, en wist daardoor afzetmarkten te bereiken in de omgeving.
Emigratie en terugkeer
Toch kende het dorp ook moeilijke tijden. In de 19e eeuw, en opnieuw in de eerste helft van de 20e eeuw, trokken veel families weg uit Benitachell op zoek naar werk en betere leefomstandigheden. Bestemmingen als Algerije, Argentinië en later Frankrijk waren populaire uitwegen voor dorpsbewoners die hun akkers achterlieten. De emigratiegolf heeft diepe sporen nagelaten: veel straten in het dorp waren ooit stiller, huizen stonden leeg en feesten werden soberder gevierd.
Maar zoals zo vaak in de geschiedenis van mediterrane dorpen, kwam er ook een ommekeer. In de jaren ’70 en ’80 begon de toeristische ontwikkeling aan de Costa Blanca door te sijpelen in het binnenland. De eerste buitenlandse families kochten tweede huizen in het dorp, op zoek naar het “echte Spanje”. Vooral in de jaren ‘90 kreeg Benitachell een tweede adem door de ontwikkeling van de wijk Cumbre del Sol, die een nieuw type bewoner naar het dorp bracht: pensionado’s, telewerkers, avonturiers, rustzoekers.
Traditie en moderniteit in evenwicht 
Vandaag de dag is Benitachell een dorp dat op bewonderenswaardige wijze laveert tussen zijn agrarische verleden en zijn internationale toekomst. Het dorpsplein is nog altijd het decor voor processies, markten en ontmoetingen. De gotisch-barokke kerk Santa María Magdalena, gebouwd op de fundamenten van een oudere kapel, vormt het symbool van het dorp en waakt met haar vierkante toren over de valleien. Hier worden nog steeds de jaarlijkse dorpsfeesten gevierd, met moors en christenen-optochten, volksdansen en religieuze ceremonies die diep geworteld zijn in de lokale ziel.
Tegelijkertijd vind je in de smalle straatjes Engelstalige bordjes, internationale restaurants, en worden er taalcursussen aangeboden aan nieuwe bewoners. De historie van Benitachell is er een van veerkracht, van verlaten worden en weer opgebouwd worden, van traditie die niet verstikt, maar meebuigt. En wie vandaag langs de oude stenen muurtjes wandelt, voelt die tijdlagen nog altijd onder de voeten: een dorp met een verleden dat zich niet opdringt, maar zich gewillig laat ontdekken door wie ervoor openstaat.