Castalla: kronieken van een burchtstad in de bergen
In Castalla ademt elke straat en steegje het verleden. De stad is niet ontstaan, ze is gegroeid — langzaam, laag over laag, als een muur die generatie op generatie verder werd opgetrokken. Haar geschiedenis is er een van strijd en verzet, van geloof en cultuur, van boerenwijsheid en adellijke trots. Wie vandaag door het historische centrum loopt, wandelt over eeuwenoude kasseien die verhalen fluisteren uit vervlogen tijden.
De wortels in de oudheid
Lang voor er sprake was van Castalla als stad, kende deze vruchtbare vallei menselijke bewoning. Archeologische vondsten tonen aan dat de regio al in de Iberische en Romeinse tijd een plek van belang was. De strategische ligging — een doorgang tussen kust en binnenland — maakte het tot een kruispunt van handel en troepenbewegingen. Resten van Romeinse villa’s en munten zijn stille getuigen van een tijd waarin keizerlijke invloed tot diep in het huidige Alicante reikte.
Het Arabische Castalla: Qastalla of Al-Qastalla
De ware geboorte van het huidige Castalla voltrok zich tijdens de Moorse overheersing. Onder islamitisch bewind ontwikkelde de plaats zich vanaf de 10e eeuw tot een versterkte nederzetting, met een kasteel dat uitkeek over de vallei en waakte over de routes tussen Alcoy, Villena en de kust.
 Het Arabische ‘Qastalla’ groeide uit tot een bastion van cultuur en landbouw, met een complex irrigatiesysteem dat amandelen, olijven en granen liet floreren in de droge berglucht. De burcht op de heuveltop werd in deze periode stevig uitgebouwd met torens en wallen van kalksteen, en de omliggende vestingmuren omsloten een levendige gemeenschap van handelaars, ambachtslieden en boeren.
Hoewel de exacte omvang van de nederzetting onbekend is, suggereren resten van moskeeën en huizen dat Castalla al vroeg een centrale rol speelde in deze regio van Al-Andalus.
De christelijke herovering en de middeleeuwse bloeitijd
In 1244, tijdens de opmars van de troepen van koning Jaume I van Aragón, viel Castalla in christelijke handen. De Reconquista liet hier diepe sporen achter. Het islamitische karakter van de stad werd systematisch vervangen: moskeeën werden kerken, Arabische straatnamen verdwenen, nieuwe wetten golden. In 1288 werd Castalla opgenomen in het koninkrijk Valencia en kende het een periode van institutionele opbouw en bestuurlijke vorming.
 De middeleeuwen waren een tijd van schermutselingen, maar ook van bloei. In de 14e en 15e eeuw groeide Castalla uit tot een belangrijke agrarische kern. De lokale bevolking verbouwde wijnstokken, hield vee en dreef handel in wol. In 1362 werd de plaats verheven tot “Villa” met eigen rechten en privileges. De versterkingen van het kasteel werden uitgebreid, waaronder de imposante Torre Grossa, die vandaag nog altijd boven de vallei uittorent.
De barokke eeuw en religieuze symboliek
In de 17e en 18e eeuw werd Castalla vooral religieus en cultureel gevormd. De bouw van de barokke Iglesia de la Asunción, die vandaag nog steeds het centrum van de stad markeert, symboliseerde de herwonnen stabiliteit en groei. De stad kende inmiddels een gelaagde sociale structuur, met rijke landeigenaren, geestelijken, ambachtslieden en boeren. Kerkelijke feesten, processies en markten vormden de ruggengraat van het openbare leven.
Ook ontwikkelden zich in deze tijd de eerste voorzichtige vormen van lokaal bestuur, wat resulteerde in een georganiseerd stadsbestuur met raad en notabelen. Archieven tonen dat Castalla in de 18e eeuw een stabiele en welvarende gemeente was, ondanks de politieke turbulentie in het bredere Spaanse rijk.
De 19e eeuw: oorlog, opstand en vernieuwing
De Napoleontische Oorlogen brachten Castalla opnieuw in het brandpunt van de geschiedenis. In 1812 en 1813 vonden hier twee veldslagen plaats tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, waarbij de Franse troepen van maarschalk Suchet slaags raakten met Spaanse en Britse legers.
 Vooral de tweede slag bij Castalla, op 13 april 1813, werd een klinkende overwinning voor de geallieerden en een sleutelmoment in de bevrijding van het zuidoosten van Spanje. De resten van deze strijd leven voort in lokale monumenten en in de herinnering van de stad. Tegelijkertijd bracht de 19e eeuw ook modernisering: landbouwmethodes werden verfijnd, nieuwe handelsroutes ontwikkeld, en de komst van de spoorlijn in de regio betekende een economische impuls.
De 20e eeuw tot nu: van landbouwstad tot woongemeente
De 20e eeuw bracht Castalla zowel voorspoed als verlies. De Spaanse Burgeroorlog liet diepe littekens achter, families raakten verdeeld, en economische stagnatie dwong velen tot migratie. Toch wist Castalla zich vanaf de jaren ’60 opnieuw te positioneren, mede dankzij de nabijheid van de opkomende industriestad Ibi.
Landbouw bleef een belangrijke pijler, maar de stad kreeg ook een residentieel karakter. Nieuwe wijken verrezen, infrastructuur werd verbeterd, en langzaam maar zeker ontstond de stad zoals we die nu kennen: een rustige, trotse gemeente met een rijk historisch hart, een levendige gemeenschap en een burcht die als eeuwige wachter de geschiedenis blijft bewaken.