Een dorp met diepe wortels
Hondón de los Frailes lijkt misschien een klein en eenvoudig dorp, maar achter de witgekalkte gevels en stille straten gaat een rijke en gelaagde geschiedenis schuil. De vallei waarin het ligt, de Valle del Hondón, heeft al duizenden jaren mensen aangetrokken door haar vruchtbare gronden, zachte klimaat en beschutte ligging. De verhalen van deze plek beginnen lang voordat het dorp zijn huidige naam kreeg, en iedere generatie heeft zijn sporen nagelaten in het weefsel van de gemeenschap.
De vroegste bewoners: sporen uit de oudheid
De eerste tekenen van bewoning in de Hondón-vallei stammen uit de prehistorie. In de omgeving zijn resten gevonden van nederzettingen uit het Neolithicum en de Bronstijd. De beschutte ligging tussen de heuvels, de aanwezigheid van water en vruchtbare grond maakten de vallei ideaal voor de eerste landbouwers. Ze bouwden eenvoudige hutten, maakten aardewerk en begonnen met het cultiveren van granen, druiven en olijven — gewassen die nog steeds kenmerkend zijn voor de streek.
Later, tijdens de Romeinse overheersing, maakte de vallei deel uit van een netwerk van landbouwdomeinen die de nabijgelegen steden zoals Illici (het huidige Elche) van voedsel voorzagen. De Romeinen verbeterden de landbouwtechnieken en legden wegen en irrigatiekanalen aan. Hoewel er geen grote Romeinse villa’s in het huidige dorp zijn gevonden, wijzen archeologische vondsten in de omgeving op een bescheiden maar continue aanwezigheid.
De Moorse periode: welvaart en nieuwe kennis
De grootste invloed op Hondón de los Frailes kwam echter met de komst van de Moren in de 8e eeuw. Onder hun heerschappij bloeide de vallei op tot een welvarende landbouwgemeenschap. De naam “Hondón” is waarschijnlijk afgeleid van het Arabische woord voor ‘diepte’ of ‘laagte’, verwijzend naar de vallei waarin het dorp ligt. Het achtervoegsel “de los Frailes” — ‘van de monniken’ — zou pas veel later worden toegevoegd.
De Moren introduceerden verfijnde irrigatietechnieken en terrassenbouw, waardoor de vallei werd omgetoverd tot een vruchtbare lappendeken van wijngaarden, olijf- en amandelboomgaarden. Ze bouwden kleine boerderijen, aangelegd in de schaduw van de bergen, en legden smalle paadjes aan die nog steeds in gebruik zijn. Het Moorse erfgoed leeft voort in de structuur van het landschap, de landbouwtradities en zelfs in enkele plaatsnamen in de omgeving.
De christelijke herovering en de komst van de monniken
In de 13e eeuw werd het gebied heroverd door koning Jaime I van Aragón tijdens de Reconquista. De moskeeën werden vervangen door kerken, en de islamitische bewoners werden onderworpen aan nieuwe wetten. Velen bleven als zogenaamde Moriscos nog enkele generaties in de vallei, maar in de 17e eeuw werden ze definitief verdreven op bevel van koning Filips III. Deze verdrijving leidde tot een bijna volledige ontvolking van de vallei, waardoor grote stukken land braak kwamen te liggen.
In de nasleep van deze crisis kwamen nieuwe kolonisten uit Aragón en Catalonië naar de vallei, aangetrokken door de mogelijkheden om verlaten landbouwgronden te bewerken. In deze periode verscheen ook de naam “de los Frailes”, vermoedelijk omdat delen van het land in bezit kwamen van een kloosterorde die hier toezicht hield en het land verpachtte aan boeren. De monniken zorgden niet alleen voor de religieuze begeleiding van de nieuwe inwoners, maar ook voor de organisatie van het dorpsleven en de instandhouding van de landbouwproductie. Deze naam, ‘Hondón van de Monniken’, is tot op de dag van vandaag blijven bestaan.
De opbouw van een dorp
Langzaam maar zeker groeide het dorp uit tot een kleine maar hechte gemeenschap. In de 18e eeuw kreeg Hondón de los Frailes een bescheiden dorpskern met een kerk, een dorpsplein en enkele straten eromheen. Het religieuze leven draaide om de parochiekerk, die het spirituele hart van de gemeenschap werd. Hier werden de kinderen gedoopt, de bruiloften gevierd en de overledenen herdacht. Rondom het plein ontstonden kleine herbergen, bakkerijen en smederijen die het dorp zelfvoorzienend maakten.
De 19e eeuw bracht enige stabiliteit. Hoewel het dorp arm bleef, wisten de inwoners een bescheiden bestaan op te bouwen met landbouw, vooral wijngaarden en olijfbomen. De tradities werden zorgvuldig gekoesterd, en feesten ter ere van de patroonheilige, processies en markten gaven kleur aan het dorpsleven. Ondanks economische tegenslagen en periodes van droogte bleef de gemeenschap standvastig en trouw aan de aarde en elkaar.
De 20e eeuw: uitdagingen en nieuwe kansen
De 20e eeuw was voor Hondón de los Frailes een tijd van ingrijpende veranderingen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog bleef het dorp relatief gespaard, maar de nasleep bracht armoede en een nieuwe golf van emigratie. Veel jonge mensen trokken weg naar de steden of naar het buitenland op zoek naar werk en een beter leven. Dit leidde tot een daling van de bevolking en het verval van sommige huizen en boerderijen.
Toch keerde het tij in de jaren ’70 en ’80, toen buitenlanders de charme van het dorp en de vallei ontdekten. Vooral Britten en Nederlanders begonnen huizen te kopen, vaak oude finca’s die zij liefdevol opknapten. Hun komst bracht nieuwe energie en investeringen in het dorp, en het inwonersaantal stabiliseerde en groeide zelfs licht. De dorpskern werd opgeknapt, nieuwe cafés en winkels openden hun deuren en de dorpsfeesten bloeiden op met een mengeling van Spaanse tradities en internationale bezoekers.
Het dorp vandaag: een levend erfgoed
Vandaag is Hondón de los Frailes een plek waar geschiedenis en heden samenkomen. De verhalen van de eerste boeren en monniken echoën nog na in de straatnamen, de kerkklok en de oude stenen muren. Maar het dorp leeft, dankzij de inzet van zowel de lokale families als de nieuwe bewoners die zich hier hebben gevestigd. Feesten en processies trekken nog steeds iedereen naar buiten, terwijl de markt en de cafés het hele jaar door bruisen van het leven.
In Hondón de los Frailes kun je de geschiedenis letterlijk voelen: in de stenen trappen die glanzen van eeuwenlang gebruik, in de verhalen van de ouderen op het plein, en in de manier waarop de gemeenschap zich nog altijd hecht rond kerk en land. Het dorp is geen openluchtmuseum, maar een levend, ademend bewijs dat zelfs de kleinste plekjes een rijke en betekenisvolle geschiedenis kunnen hebben.