Callosa d’en Sarrià: gevormd door strijd, adel en traditie
Wie vandaag de dag door het oude centrum van Callosa d’en Sarrià dwaalt, met zijn smalle, met kinderkopjes geplaveide straten en verweerde gevels, voelt het meteen: hier is geschiedenis tastbaar. Niet de grote, pompeuze geschiedenis van koningen en veldslagen, maar de stille, volhardende geschiedenis van een dorp dat generaties lang werd gevormd door zijn ligging, zijn volk en de machten die erover heersten. Callosa heeft een verleden dat niet met grote gebaren verteld wordt, maar in lagen, in steen, in gebruiken die tot op de dag van vandaag voortleven.
Een oorsprong in de schaduw van de Moren
De wortels van Callosa d’en Sarrià reiken terug tot in de Moorse tijd. De naam "Callosa" is afgeleid van het Arabische “Qalʿat Ayyūsha” – wat zoveel betekent als “vesting van Ayyūsha”. Het dorp ontstond in de islamitische periode als een kleine nederzetting die zich nestelde in de beschutting van de bergen. Hier vond men vruchtbare grond, water en bescherming. Het kasteel, waarvan nu nog enkele resten zichtbaar zijn boven het dorp, vormde het hart van deze eerste gemeenschap. De Moorse aanwezigheid liet een blijvende indruk achter, niet alleen in de plaatsnaam, maar ook in de structuur van het dorp: een wirwar van nauwe straatjes die nog steeds de contouren van een medina verraden.
De christelijke herovering en de familie Sarrià
 In 1245 kwam Callosa onder christelijke heerschappij tijdens de Reconquista van koning Jaime I van Aragón. De nieuwe machthebbers zagen strategische en economische waarde in deze vruchtbare enclave en schonken het gebied aan edelen die hen hadden gesteund tijdens de strijd. Zo kwam het dorp in handen van de invloedrijke familie Sarrià, die haar naam blijvend aan het dorp verbond. Sindsdien werd gesproken van Callosa d’en Sarrià – Callosa van de familie Sarrià.
De familie Sarrià begon met het herinrichten van het dorp volgens christelijke normen: kerken in plaats van moskeeën, het opleggen van belastingstructuren, en de introductie van nieuwe landbouwmethodes. De lokale bevolking, grotendeels moslim gebleven, kwam onder het gezag van de nieuwe heren te staan. De relatie tussen overheerser en ondergeschikte was complex en gespannen, wat uiteindelijk zou leiden tot de gedwongen bekering en latere verdrijving van de Moriscos in de 17e eeuw – een traumatisch moment dat de sociale structuur van het dorp ingrijpend veranderde.
Van feodale druk naar lokale invloed
 Gedurende de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd bleef Callosa d’en Sarrià in handen van verschillende adellijke families. Het leven werd beheerst door de seizoenen, de kerk en de heren. In het centrum verrezen casas señoriales, statige woningen met binnenhoven en wapenschilden boven de deuren – symbolen van macht en rijkdom. Ondertussen werkten boeren en pachters op het land, vaak onder zware voorwaarden. Toch ontwikkelde zich in de loop der eeuwen een sterke lokale identiteit, gevoed door een hechte gemeenschap en een diepgeworteld gevoel van eigenwaarde.
In de 18e en 19e eeuw begon het dorp langzaam los te komen van de traditionele feodale verhoudingen. De Spaanse onafhankelijkheidsoorlog (1808–1814) en de latere liberalisering van het land leidden tot maatschappelijke veranderingen. Callosa werd een zelfstandige gemeente, met een gekozen gemeenteraad en een toenemende invloed van lokale notabelen in plaats van erfelijke heren.
De twintigste eeuw: verandering en vooruitgang
Het begin van de 20e eeuw bracht voorzichtig modernisering. Elektriciteit, scholen en verharde wegen deden hun intrede. Maar de grootste omwenteling kwam door de introductie van commerciële fruitteelt. Waar eerst citrus en amandelen de boventoon voerden, werd rond 1920 begonnen met de grootschalige teelt van de níspero – de loquat. De vrucht bleek uitermate geschikt voor het lokale microklimaat en groeide uit tot het symbool van de gemeente.
Tegelijkertijd bleef het leven voor velen hard. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd Callosa, net als vele andere dorpen, verdeeld door politieke spanningen. De naoorlogse jaren waren arm en sobertjes, maar in de jaren '60 en '70 begon het toerisme in de regio aan te trekken. Terwijl Benidorm veranderde in een badplaats van formaat, bleef Callosa trouw aan haar karakter – maar liftte economisch mee op de groei van de kust. Export van fruit en het opkomende rural turismo gaven het dorp een nieuwe adem.

Levend verleden in tradities en rituelen
Vandaag is Callosa d’en Sarrià een levendige gemeente die haar geschiedenis niet verstopt, maar koestert. In de dorpsfeesten – vooral tijdens de Moros y Cristianos – wordt die geschiedenis letterlijk herdacht, met optochten die de strijd tussen christenen en moslims naspelen, in kostuums die herinneren aan een tijd van botsing en vermenging. De oude kern van het dorp is intiem en levendig, met huizen die verhalen fluisteren uit eeuwen geleden.
Callosa is geen openluchtmuseum, maar een levende gemeenschap. Het verleden zit hier niet opgesloten in vitrinekasten, maar wandelt elke dag mee door de straten. En misschien is dat wel haar grootste kracht: dat het verleden niet drukt, maar draagt.