De geschiedenis van San Miguel de Salinas: een dorp tussen zout en steen
Wie tegenwoordig door de straten van San Miguel de Salinas wandelt, langs de witte gevels van het oude dorpscentrum of het centrale plein waar kinderen spelen onder het wakend oog van de kerkklok, loopt onbewust door een landschap dat eeuwenlang gevormd is door stilte, arbeid en onverwachte verbondenheid. San Miguel is geen stad met kastelen of beroemde veldslagen. Het is een plaats die groot is geworden in het kleine: in waterputten, graanschuren, kerken en dorpsfeesten — een gemeenschap die groeide in de schaduw van zoutmeren en op de vruchtbare hellingen van een vergeten hoogvlakte.
Een begin op de grens van land en water
De oudste sporen van menselijke bewoning in het gebied rond San Miguel de Salinas gaan terug tot de Iberische en Romeinse tijd. De nabijheid van de zoutmeren van Torrevieja – ooit verbonden met de zee – trok al vroeg mensen aan, op zoek naar zout, vis en water. Maar van een echte nederzetting was pas veel later sprake. In de middeleeuwen behoorde het gebied tot het uitgestrekte achterland van Orihuela en stond het bekend als een landbouwgebied met verspreide boerderijen, herdershutten en een enkele wachttoren tegen zeerovers uit het zuiden.
Na de herovering van het zuiden van Spanje door de katholieke koningen in de 13e eeuw kwam het gebied onder christelijke controle. De regio werd herverdeeld onder adellijke
families en geestelijke orden, die met wisselend succes de landbouw en bewoning probeerden te stimuleren. Het gebied dat we nu kennen als San Miguel werd in deze periode aangeduid als El Lugar de las Salinas — de plaats van de zoutpannen.
Het ontstaan van een dorp: van gehucht tot gemeente
Pas in de 18e eeuw, in een tijd van agrarische hervorming en bevolkingsgroei, begon zich op de huidige plek een echte nederzetting te vormen. In 1726 werd officieel de parochie van San Miguel Arcángel opgericht, gewijd aan de aartsengel Michaël die sindsdien als beschermheilige over het dorp waakt. Met de bouw van de kerk kreeg het dorp niet alleen een religieus centrum, maar ook een sociaal en administratief hart. San Miguel groeide langzaam, maar gestaag, met gezinnen die zich toelegden op landbouw, veeteelt en later ook op zoutwinning en steenhouwerswerk.
In 1836 werd San Miguel de Salinas officieel een zelfstandige gemeente, losgemaakt van Orihuela. Dat was geen klein feit: het betekende bestuurlijke onafhankelijkheid, een eigen gemeenteraad, en het recht om belasting te heffen en voorzieningen aan te leggen. De dorpsidentiteit kreeg nu ook juridische vorm, en de gemeenschap ging steeds meer op eigen benen staan.
Zout, steen en vergezichten
De economische basis van San Miguel lag in de 19e en vroege 20e eeuw in de landbouw, maar ook in de winning van natuursteen. De kalkrijke bodem rondom het dorp leende zich uitstekend voor het uithakken van bouwmateriaal, en menig huis in de Vega Baja werd gebouwd met steen uit de groeven rond San Miguel. Tegelijkertijd bleef de nabijheid van de zoutmeren belangrijk: veel families combineerden akkerbouw met seizoensarbeid in de salinas, waar het witte goud in de hete zomermaanden werd gewonnen.
In deze tijd ontstond een dorpsstructuur die vandaag nog te herkennen is: een kern van eenvoudige huizen, een kerk op het hoogste punt, een schooltje, een marktplein, en rondom verspreide fincas en huertas. Feesten, oogsttijd en religieuze processies bepaalden het ritme van het jaar, en nieuws reisde langzaam — van de kust naar het binnenland, van boer naar boer.
De twintigste eeuw: verandering en openheid
De twintigste eeuw bracht, zoals overal in Spanje, grote veranderingen. De burgeroorlog liet ook in San Miguel zijn sporen na: verdeeldheid, economische onzekerheid en een tijdlang stilstand. Maar na de oorlog herpakte het dorp zich. In de jaren ’60 en ’70 kwamen er betere wegen, elektriciteit, en werden irrigatiesystemen gemoderniseerd. Steeds meer jonge mensen trokken tijdelijk naar de stad, naar Torrevieja of Orihuela, op zoek naar werk, maar velen keerden terug met nieuwe ideeën.
In de jaren '80 en '90 veranderde het dorpsbeeld ingrijpend. Buitenlandse bewoners — vooral uit het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland — begonnen zich hier te vestigen.
Eerst als vakantiegangers, later als permanente inwoners. Nieuwe woonwijken verrezen buiten het oude centrum: urbanisaties als Blue Lagoon, Lago Azul en El Galán. De gemeente paste zich aan: tweetalige dienstverlening, een groter cultureel aanbod, en feesten waarin Spaanse en buitenlandse elementen zich geleidelijk vermengden.
Een dorp met twee gezichten
Vandaag de dag is San Miguel de Salinas zowel een traditioneel Spaans dorp als een internationaal miniatuurwereldje. In de smalle straten van het centrum vind je tapasbars en kleine kruideniers, maar even verderop duiken Britse pubnamen op en hoor je conversaties in meerdere talen. Die tegenstelling is geen breuk, maar een weerspiegeling van de geschiedenis van de plaats: altijd gelegen op de grens, altijd gevormd door wie kwam, bleef of doortrok.
San Miguel is daarmee een plaats die niet leeft van monumenten, maar van verhalen. Van generaties die het land bewerkten, van seizoenen die het ritme bepaalden, en van nieuwkomers die het dorp een tweede adem gaven. Een plaats waar geschiedenis niet alleen zichtbaar is in gebouwen, maar voelbaar in het dorpshart dat nog altijd klopt.