Natuur Jijona

Uitzicht op het ruige landschap rond Jijona De natuur rond Jijona: een ruige schoonheid van steen, geur en leven

Jijona ligt niet alleen op de kaart vanwege haar beroemde turrón, maar ook op het kruispunt van twee werelden: de droge, zonovergoten hellingen van het binnenland en de vochtiger valleien waar berglucht en mediterrane invloeden samenkomen. De natuur hier is robuust, eerlijk en ruikt naar tijm, hars en warme aarde. Wie zijn wandelschoenen aantrekt of een pad opwaarts volgt, merkt het al snel: dit is geen decor, dit is een levend landschap – wild en kalm tegelijk.

De Sierra de la Carrasqueta: bergrug met karakter

Ten noorden van Jijona rijst de Sierra de la Carrasqueta op, een grillige bergrug die als een natuurlijke muur tussen kust en binnenland ligt. De bergkam, met toppen rond de 1.200 meter, is een gebied vol contrasten. Aan de zuidzijde domineren droge hellingen met stekelige struiken en open rotsvelden, terwijl de noordelijke flanken beschutter zijn, begroeid met dennenbossen en lariksachtige vegetatie.

Wandelpaden slingeren zich langs oude bancales – terrasvormige landbouwgronden – en vergeten herdersroutes. Hier groeit de geurige rozemarijn naast struiken lavendel en thijm, en vind je in het voorjaar een bont palet van wilde orchideeën, cistusrozen en gaspeldoorn. In de schemering vult de lucht zich met het roepen van uilen, terwijl overdag de bergflanken gonzen van insecten en vogelzang.

Landschap van de Carrasqueta bij Jijona

De Penya Migjorn: hoogste top, ruigste ziel

De meest indrukwekkende bergtop in de omgeving van Jijona is ongetwijfeld de Penya Migjorn, met zijn markante profiel en een hoogte van 1.226 meter. De klim naar boven is een ervaring op zich: de begroeiing verandert met elke bocht, van mediterrane struikvegetatie tot kale rotsvelden waar alleen de hardste planten overleven.

Wie het pad volgt, loopt tussen jeneverbesstruiken, espartogras en her en der een wilde amandelboom. Hogerop, tussen de kloven en richels, nestelen roofvogels zoals de slangenarend en de zeldzame lammergier. Aan de voet van de hellingen tref je eikelmuizen, steenmarters en soms zelfs een everzwijn dat bij valavond uit de struiken komt om te foerageren.

De vallei van Montnegre en haar verborgen paden

Ten zuiden van Jijona ligt de vallei van Montnegre, een minder bekende, maar o zo bijzondere zone. Hier vinden we een samenspel van verlaten akkertjes, half-wilde boomgaarden en droge rivierbeddingen, begroeid met oleander, wilde vijgen en granaatappelstruiken. In de winter bloeien de eerste amandelbloesems hier al in januari, terwijl de zomer de geur van stof en rijp fruit brengt.

Zomerse boomgaard in Montnegre

De valleien trekken tal van vogels aan: van bijeneters en hoppen tot kleine zangvogels zoals de grasmus en vink. In de schaduw van oude Johannesbroodbomen kruipen muurhagedissen en gekko’s over warme stenen, en bij de poeltjes die in de winter nog water vasthouden, laten salamanders en kikkers zich zien.

Flora: een mediterrane apotheek in het wild

De rijkdom aan planten in de omgeving van Jijona is indrukwekkend. Niet alleen in aantallen, maar ook in gebruik. Al generaties lang maken bewoners van het dorp gebruik van de lokale flora voor geneeskrachtige infusies, balsems en keukenaroma’s. Tijm wordt gebruikt tegen verkoudheid, salie voor keelproblemen, munt voor infusies en lavendel om insecten op afstand te houden. Zelfs de hars van de Aleppo-den wordt nog wel eens gebruikt als natuurlijk luchtzuiveringsmiddel in huis.

Fauna: schuw, verrassend en dichtbij

De natuur rond Jijona herbergt een brede variatie aan dieren – van de kleine stekelmuizen en egels die 's nachts de tuinen intrekken, tot de indrukwekkende Spaanse steenbok die zich op stille ochtenden laat zien tussen de rotsen. De lucht is het domein van buizerds, valken en in het voorjaar zwermen zwaluwen en gierzwaluwen boven de velden.

Reptielen voelen zich goed thuis in het droge, stenige klimaat: trap- en gladde slangen, hagedissen en af en toe een trage schildpad die zich door het struikgewas beweegt. In de nacht hoor je het zachte gekras van vleermuizen en het galmende roepen van de oehoe – een teken dat het landschap niet slaapt, maar leeft op een ander ritme.

Ochtendzon over het berglandschap bij Jijona

Een landschap dat je bijblijft

De natuur van Jijona is niet gepolijst of aangeharkt. Ze is ruw, rijk, onverwacht en ruikt altijd naar iets echts. Naar dennenhars op een warme middag. Naar stoffige aarde in juli. Naar natte steen in de ochtendmist van januari. Het is een landschap dat je niet bezoekt om te ‘zien’, maar om te beleven. Met je voeten, je neus, je adem.

Wie zich buiten de dorpsgrenzen begeeft, ontdekt dat Jijona niet alleen een dorp is van mensen, maar ook van bergen, bronnen, beesten en bomen. Een plek waar de natuur niet stil is – maar stil maakt. En precies daarom onvergetelijk is.