Geschiedenis Jijona

Historische straat in Jijona Jijona door de eeuwen heen: tussen Moorse vesting en zoete roem

Wie vandaag de dag over de kronkelige hoofdstraat van Jijona loopt, met de bergen in de rug en de geur van amandel en honing in de lucht, wandelt ongemerkt door eeuwen geschiedenis. De huizen, met hun verweerde stenen en smeedijzeren balkons, vertellen geen luidruchtige verhalen. Ze fluisteren. Over oorlog en vrede. Over ambacht en geloof. Over hoe een bergdorp, ogenschijnlijk bescheiden, zijn plek vond in het hart van de Spaanse cultuur.

Islamitische oorsprong en strategische ligging

De geschiedenis van Jijona begint in de Moorse tijd. Net als veel andere dorpen in het binnenland van Alicante werd het in de 10e en 11e eeuw gesticht door moslimbewoners die zich vestigden op strategisch gekozen hoogten. Van bovenaf konden ze de omliggende valleien overzien, irrigatiesystemen aanleggen en vijanden tijdig zien naderen.

Het Castillo de Jijona, waarvan de ruïnes nog altijd op de top van het dorp staan, was ooit zo’n verdedigingsbastion – opgetrokken uit steen, leem en wilskracht.

Het dorp groeide rondom deze vesting, met smalle straatjes die als riviertjes afdaalden richting de valleibodem. De structuur van deze middeleeuwse kern is vandaag nog vrijwel intact: een wirwar van steegjes, trappen en pleintjes, gebouwd in harmonie met het grillige terrein.

Straat met trappen in Jijona

De herovering en christelijke wederopbouw

In de 13e eeuw kwam Jijona onder christelijke heerschappij, als onderdeel van de Reconquista van koning Jaume I van Aragón. In 1258 werd het dorp officieel toegevoegd aan het koninkrijk Valencia.

De moslimbevolking werd aanvankelijk getolereerd, maar in de decennia daarna volgden gedwongen bekeringen en latere verdrijving van de Moriscos. Hierdoor veranderde niet alleen de bevolking, maar ook het gezicht van Jijona: kerken vervingen moskeeën, kloosters werden gebouwd, en Spaans-christelijke tradities wonnen aan kracht.

De 14e en 15e eeuw brachten ondanks conflicten ook stabiliteit. De landbouw floreerde, handel nam toe, en het dorp kreeg het statuut van villa, wat betekende dat het een zekere mate van bestuurlijke autonomie verwierf. Dit was de basis waarop later een bijzondere industrie zou ontstaan – een industrie die Jijona wereldberoemd zou maken.

De geboorte van de turróntraditie

Volgens overlevering begon de productie van turrón – de karakteristieke amandel-honingnougat – in Jijona al rond de 15e eeuw, als seizoensgebonden lekkernij rond religieuze feesten. De combinatie van lokaal geproduceerde honing, geroosterde amandelen en eiwit bleek niet alleen smakelijk, maar ook houdbaar – ideaal voor handel en transport.

Traditionele turrónproductie

Vanaf de 17e eeuw groeide de turrónproductie uit tot een serieuze economische activiteit. Lokale families specialiseerden zich in het bereiden van deze zoetigheid, vaak in kleine werkplaatsen naast hun woningen. De recepten werden zorgvuldig bewaard, de technieken verfijnd, en de turrón van Jijona kreeg al snel een reputatie die verder reikte dan de provinciegrenzen.

In de 19e eeuw werd Jijona het centrum van de Spaanse turrónproductie. Grote families als Sirvent, Verdú en Galiana begonnen met export naar Madrid, Barcelona en zelfs Zuid-Amerika. De komst van gemotoriseerd transport in de 20e eeuw maakte het mogelijk om de productie op te schalen. Tegelijkertijd bleef de band met traditie en kwaliteit sterk: de Denominación de Origen (herkomstbenaming) werd ingevoerd, en het ambacht bleef stevig verankerd in de gemeenschap.

Burgeroorlog, wederopbouw en modernisering

De Spaanse Burgeroorlog liet, net als elders in het land, sporen na in Jijona. Families raakten verdeeld, gebouwen werden beschadigd, en het economische leven stagneerde. Toch wist het dorp zich na de oorlog relatief snel te herstellen, mede dankzij de kracht van de turrónindustrie.

Fabrieken werden gemoderniseerd, maar het ambacht bleef centraal staan. De Fira de Nadal, de jaarlijkse kerstmarkt rond turrón, werd steeds populairder en groeide uit tot een belangrijk toeristisch én cultureel evenement.

In de tweede helft van de 20e eeuw breidde Jijona zich uit met moderne wijken aan de rand van het historische centrum. De infrastructuur werd verbeterd, scholen, sportvoorzieningen en een turrónmuseum kwamen erbij.

Moderne wijk in Jijona

Tegelijkertijd werd het oude centrum gekoesterd, met restauratieprojecten en culturele evenementen die de geschiedenis van het dorp zichtbaar en beleefbaar houden.

Levend erfgoed

Vandaag is Jijona een levendige gemeenschap met een sterke identiteit. De inwoners zijn trots op hun afkomst, op hun ambacht, op hun dorpsgezicht. De geschiedenis wordt hier niet opgesloten in vitrinekasten, maar leeft in het dagelijks leven: in het bakken van turrón volgens oude recepten, in de processies tijdens feestdagen, in de verhalen die ouderen nog steeds doorgeven aan de jeugd.

Jijona is een plaats waar verleden en heden zich verstrengelen. Waar de echo’s van Moorse wachters en middeleeuwse ambachtslieden voortleven in elke straat, elke geur, elke smaak. En wie de tijd neemt om het dorp echt te leren kennen, ontdekt dat de grootste schat van Jijona niet de turrón is – maar haar vermogen om haar geschiedenis met zoveel warmte en menselijkheid levend te houden.