Een nederzetting geworteld in zout en schaduw
Wie door de stille straten van Salinas wandelt, voelt zich al snel onderdeel van een groter verhaal. De naam van het dorp verraadt het al: Salinas is nauw verbonden met het zout. Het zijn niet de zeezouten van de kust, maar juist de oude zoutmijnen en bronnen in het binnenland die dit dorp eeuwenlang op de kaart hebben gehouden. Al in de Romeinse tijd werd er melding gemaakt van zoutwinning in deze streek, en in de middeleeuwen was Salinas een strategische plek voor de opslag en distributie van het ‘witte goud’.
Het dorp zoals we dat nu kennen, kreeg echter pas echt vorm in de zestiende eeuw, toen de Spaanse kroon nieuwe nederzettingen stimuleerde in het bergachtige binnenland van de regio. De ligging tussen de Sierra de Salinas en de vlakkere valleien richting Villena gaf het dorp een natuurlijke beschutting én controle over de omliggende routes. Hier ontstond een gemeenschap die haar bestaan baseerde op landbouw, zoutwinning en ambacht.
Van Moorse invloeden tot Castiliaanse consolidatie
Net als veel andere dorpen in het achterland van Alicante kende Salinas een periode van Moorse overheersing. De sporen daarvan zijn deels vervaagd, maar in de architectuur van sommige oude boerderijen (masías), in waterkanalen en oude erfafscheidingen zijn de invloeden van Al-Andalus nog altijd merkbaar. Na de christelijke herovering in de dertiende eeuw werd het gebied ingelijfd bij het koninkrijk Castilië en later betwist tussen de koninkrijken Castilië en Aragón, een politieke worsteling die pas met het Verdrag van Almizra
 (1244) tot rust kwam.
In de zestiende en zeventiende eeuw kende Salinas periodes van bevolkingsgroei, maar ook van leegloop. Epidemieën, droogte en sociale onrust – zoals de opstanden van de moriscos – lieten ook in dit kleine dorp hun sporen na. Toch bleef de gemeenschap overeind, deels dankzij de strategische waarde van het zout, deels door de veerkracht van de boerenfamilies die hier generaties lang de akkers bewerkten.
Negentiende-eeuwse vernieuwing en de bouw van het Salinashuis
In de negentiende eeuw brak een periode van herstructurering aan. De zoutwinning raakte langzaam in verval, maar de komst van betere wegen en de modernisering van de landbouw gaven het dorp een nieuwe impuls. In deze periode werd ook het neoklassieke gemeentehuis gebouwd, dat nog steeds het centrum van het dorp siert. Eveneens stammen uit deze periode de oudste delen van de parochiekerk van San Antonio de Padua, een markant herkenningspunt dat uitkijkt over het centrale plein van Salinas.
Gedurende de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) bleef Salinas relatief buiten het directe oorlogsgeweld, maar de nasleep van de dictatuur van Franco drukte ook hier zijn stempel. Veel jonge inwoners trokken weg naar steden als Elda en Alicante, op zoek naar werk. Salinas bleef achter als een vergrijzend, stil dorp – een lot dat het deelde met veel andere dorpen in het binnenland van de provincie Alicante.
Hedendaags erfgoed en nieuwe verbindingen
Pas in de laatste decennia van de twintigste eeuw en het begin van de eenentwintigste eeuw kwam Salinas langzaam terug in beeld, vooral dankzij het groeiende belang van duurzaam toerisme, landelijke rust en historische authenticiteit. Vandaag de dag vormen de resten van oude zoutpannen, de traditionele huizen met dikke muren, en de feestelijkheden rond de beschermheilige San Antonio het kloppende hart van een dorp dat zijn geschiedenis niet alleen bewaart, maar ook uitdraagt.
Wie door Salinas loopt, wandelt langs de muren van eeuwen. Niet groots en meeslepend, maar wel tastbaar, laag voor laag opgebouwd uit verhalen van mensen die bleven, zelfs toen de zoutpannen opdroogden en de tijden veranderden. Het is juist die ingetogen historie die Salinas tot een bijzondere plek maakt voor wie Alicante niet alleen aan zee zoekt, maar juist in het binnenland ontdekt.