Zodra je Novelda verlaat in welke richting dan ook, lijkt de natuur zich langzaam maar zeker weer meester te maken van het landschap. De kleurschakeringen veranderen van dorpsstenen en marmer naar de aardetinten van kurkdroge rivierbeddingen, zilvergroene olijfbladeren en de warme okers van kale berghellingen. Hier, op het kruispunt tussen de Middellandse Zee en het binnenland van Alicante, ontvouwt zich een natuur die niet luidruchtig is, maar ingetogen en eigenzinnig. Het is een landschap dat je niet in één oogopslag kunt doorgronden – je moet het leren lezen als een boek met verweerde bladzijden.
Het terrein rond Novelda wordt gekenmerkt door de vallei van de Vinalopó-rivier, die als een levensader door het dorre landschap meandert. De rivier zelf is vaak niet meer dan een stenige bedding, tenzij er regen valt in de bergen – wat zelden gebeurt, maar als het gebeurt, dan met kracht. Toch is het juist dit riviertje dat eeuwenlang de landbouw in de regio mogelijk maakte. De akkers die zich in lappen over het dal uitstrekken, worden nog altijd gevoed door de eeuwenoude Arabische irrigatiekanalen, of acequias, die als smalle aderen door het landschap kronkelen.
Op de flanken van de Sierra del Cid en de Sierra de la Horna – de twee bergketens die Novelda flankeren als beschermende wachters – neemt de wilde natuur het langzaam weer over van de mens. De Sierra del Cid, met haar markante pieken en ruige silhouet, rijst majestueus op aan de westzijde van de stad en nodigt uit tot verkenning. Hier vind je het natuurpark El Clot de Galvany niet, zoals in de kustregio’s, maar wel een ruiger, soberder soort schoonheid. Denk aan geurige bossen van Aleppodennen (Pinus halepensis), steeneiken, en kruidige struikgewassen als rozemarijn, tijm en lavendel, die niet alleen de lucht verzadigen met hun aroma’s, maar ook dienstdoen als schuilplaats
 voor reptielen, vogels en insecten.
Het is in deze halfwilde heuvels en ravijnen dat je kennismaakt met de typische fauna van het zuidoostelijke Spaanse binnenland. Hier leeft de zorro, de sluwe vos die zich bij het vallen van de avond op de prooi stort. Je kunt er de hop tegenkomen, met zijn opvallende kuif en staccato-roep, of de geheimzinnige oehoe, die in de rotswanden nestelt. Met een beetje geluk zie je een steenarend cirkelen boven de valleien, speurend naar konijnen of hagedissen die zich tussen de rotsen verschuilen.
De plantenwereld is hier geen frivole versiering, maar een studie in overleving. De vegetatie heeft zich door de eeuwen heen aangepast aan het verzengende zomerseizoen, de schrale bodems en de grillen van het klimaat. Vetplanten als aeonium en sedum nestelen zich in de spleten van rotsen, en de espino negro – een stekelige struik – maakt duidelijk dat je niet zomaar met je handen aan deze natuur moet zitten. Tussen al dit mediterraan struikgewas ontwaar je ook de granaatappelbomen waarvoor de streek beroemd is, en waarvan het fruit in de late zomer als vuurrode lampionnen aan de takken hangt.
Niet ver van Novelda, richting Monóvar en La Romana, kom je in landschappen die bijna verlaten lijken – stille valleien met verlaten herdershutten, met geitenpaadjes die uitmonden in weidse uitzichten over amandelboomgaarden en wijngaarden. In het voorjaar kleurt het landschap hier pastel: witroze amandelbloesems tegen een achtergrond van doffe grijzen 
en het blauw van een kristalheldere hemel. Wanneer de zon lager zakt, worden de heuvels oranje en goud, als door een penseelstreek van een impressionistische schilder. Dit is geen toeristische natuur zoals aan de kust – hier ben je niet de toeschouwer, maar onderdeel van het tafereel.
Hoewel Novelda niet beschikt over een groot officieel natuurpark binnen haar gemeentegrenzen, profiteren bewoners en bezoekers volop van de nabijgelegen natuurgebieden. Het eerdergenoemde Parque Natural del Maigmó y Sierra del Sit, op iets meer dan twintig kilometer afstand, is zo’n plek waar je werkelijk kunt verdwalen in de stilte. Hier loop je tussen hoge pijnbomen, steile kalkrotsen en diepe kloven. Wandelaars kunnen zich tegoed doen aan goed gemarkeerde routes, waaronder de PR-CV 311, een populaire wandelroute die loopt van Petrer naar Agost en onderweg prachtige vergezichten biedt op de vallei van de Vinalopó.
Ook de wandelroute naar de top van de Sierra del Cid is een geliefde klassieker onder natuurliefhebbers. De beklimming is pittig, maar niet onoverkomelijk, en eenmaal boven word je beloond met een panoramisch uitzicht dat zich uitstrekt tot aan de Middellandse Zee bij helder weer. Het is een plek waar je de wereld onder je voelt liggen – een wereld die klein wordt onder de grootsheid van de natuur.
Een andere stille parel is de Heredad de Novelda, een semi-natuurlijk gebied vol eeuwenoude olijfbomen, vijgen, en oude boerderijen die nu vaak dienstdoen als vakantiehuizen of landelijke accommodaties. Hier zie je hazen wegschieten tussen de struiken, en hoor je ’s avonds het koor van krekels dat als een zachte deken over het land wordt uitgespreid. Dit is het Novelda dat slechts weinigen kennen – het ruwe, het poëtische, het stille.
Tot slot moet ook gezegd worden dat de natuur hier geen grenzen kent. Waar de stad ophoudt, begint een landschap dat al eeuwen onveranderd lijkt. Een landschap waarin je niet alleen wandelt, maar waarin je ademt, kijkt, ruikt en luistert. Een landschap dat je toespreekt in een oude taal – de taal van wind die door pijnbomen suist, van vogels die zich verschuilen voor de hitte, van schaduw die schaars maar welkom is.
Wie in Novelda aankomt en de stad slechts beschouwt als een centrum van marmer en architectuur, mist misschien haar meest intieme gezicht. Want achter die gevels van natuursteen en onder het ritme van de marktklokken, ligt een wereld van ongepolijste schoonheid. Een natuur die geen opsmuk nodig heeft, omdat ze ademt met de tijd en leeft in de stilte. Novelda is meer dan een plek – het is een ontmoeting tussen mens en landschap, tussen cultuur en wildernis. Een plek waar de natuur niet gedomineerd wordt, maar geduldige gids is voor wie de tijd neemt om echt te kijken.